Een Britse lerares, met haar ruime boezem die nauwelijks in bedwang wordt gehouden door haar blouse, bezwijkt voor de verleiding van een jonge allochtone student. De jongeman, geen onbekende voor de aantrekkingskracht van haar wulpse rondingen, openbaart brutaal zijn verlangen naar haar. De leraar, aanvankelijk overrompeld door zijn brutaliteit, raakt steeds meer geïntrigeerd door zijn volharding. Naarmate de spanning toeneemt, bezweek ze aan zijn avances, wat leidt tot een gepassioneerde ontmoeting in de beslotenheid van haar kantoor. Het tafereel ontvouwt zich met een mix van verbazing en verlangen, terwijl de aanvankelijke schokken overgaan in opwinding. De jonge, gretige verlangens, verlekkert zich aan zijn fantasieën, verken elke vorm van haar lichaam, verkennend in alle talen. De betovering, betoverend lichaam van zijn meester, maakt zijn toverspreuking volledig zichtbaar, laat zijn toverstuim, zijn toverstokje, zijn toverstooi, zijn tongen, zijn toonhoogte, zijn toomferen, zijn onderdanig lichaam, zijn ademloos en zijn beide partijen tevreden over de verboden verlangens.