In het hart van Japao krijgt een jonge bruid, Yuka Mizuno, een verwoed telefoontje van de telefoon van haar man. De doodsbange woorden die door de regel heen lopen - "Ze hebben hem!" - sturen haar in een razernij van zorgen en angst. Ze snelt naar het treinstation, om haar man nergens te zien. In plaats daarvan stuit ze op een groep misdadigers, die de stad hebben geterroriseerd met hun criminele activiteiten. Zonder een seconde na te denken stormt Yuka op hen af, haar tengere frame boordevol moed en vastberadenheid. Met een snelle schop slaat ze een van de misdadigers op de grond, en de rust is snel. Maar Yuka is niet terug naar beneden. Ze vecht met een felheid die zelfs zichzelf verrast, haar ogen gevuld met een mix van woede en wanhoop. Als de politie ter plaatse komt, wordt Yukas man gered, en de misdadigers worden aangehouden. De stad barst los van gejuich, en Yuka wordt geprezen als een held. Maar voor haar ligt de echte overwinning in de wetenschap dat haar man veilig is, en de criminelen die verantwoordelijk zijn voor zijn ontvoering voor het gerecht zijn gebracht.
