Suzanne Kelly, een jonge en gretige stiefdochter, heeft een diepgeworteld verlangen om haar stiefvader te plezieren. Dit verlangen is niet naar haar stiefbroer, maar eerder naar haar schoonvader. Ze fantaseert over het verbodene en snakt ernaar om haar driften met hem te vervullen. Als ze op haar werk is, wordt haar geest verteerd met gedachten aan haar stief vaders sterke handen op haar lichaam. Als ze thuiskomt, presenteert ze zich gretig aan hem, klaar om hem op elke mogelijke manier te behagen. Met een ondeugende glinstering in haar ogen zakt ze op haar knieën en neemt hem in haar mond, hem vakkundig plezierend met haar lippen en tong. De aanblik van haar wulpse, over haar lichaam heen gebogen, gebogen om iemand te laten stuiten op de knieën. Maar het verlangen of de ontmoeting brengt hem niet alleen maar om het genot of de lustigheid ervan te ervaren, zoals ze dat doet bij haar vader in de wet, neemt hij haar mee naar de rauwe fantasie van haar vader.
