Een verleidelijke Indiase tante van Zuid-Aziatische afkomst, haar wulpse boezem een lust voor het oog, bevindt zich in de stuiptrekkingen van solo genot. Deze Sri Lankaanse schoonheid, haar rondingen weelderig en ruim, is een visie van exotische allure. Haar verlangen, net als de vurige passie van het Oosten, is onverzadigbaar. Terwijl ze zich overgeeft aan zelfgenoegzaamheid, klinken haar kreten van extase door de kamer, een symfonie van genot die alleen een vrouw van haar grootte kan produceren. Maar dit gaat alleen over haar. Dit is een viering van de erotiek, een bewijs van de macht van de begeerte. Deze vrouw is wie weet wat ze wil, en ze is bang om het te nemen. En ze blijft zich met een hartstochtelijk genoegen en een genot voor haar man opbouwen, met een gepassioneerde belofte om te komen, en toch nog meer dan een eerbetoon aan zijn genot, dit is een genotsopbouw van een genot dat nog groter is dan een genot, een genot om te laten komen, een gelofte van genot en nog meer dan de belofte van een gewillige eerbeurt, een gebaar van genot.