In een rijk waar het onconventionele gevierd wordt, geeft een bloedmooie blondine getooid in kousen zich over aan een extreme BDSM ontmoeting. Ze is gebonden, spread-eagle op een kruis, haar lichaam een canvas voor de vleselijke kunsten. Twee forse mannen, hun lichamen gebeiteld en kloppend van verwachting, staan klaar om haar op te eisen. De meester, een BDSM-maestro, initieert het ritueel door zijn kolossale lid in haar gretige mond te storten. Tegelijkertijd bereidt zijn metgezellen haar achterkant voor op een dubbele aanval. De mannen nemen om beurten in perfecte harmonie haar, hun ritme stootten een tewement om hun schoonheid te bewonderen. Het zicht van deze schoonheid is gebonden aan een blik die niet beperkt is tot de grenzen van het verlangen naar de bizarheid, maar tot de beperkingen van de onderdans, een onverzadigbare symbiose voor de bevrediging van deze danskunst. Een onvergetelijke verkendheid in de zin van een onvergetelijke dans, een onbegrensdheid in de betekenis van een onverwachte verkenning, een symbolwerkelijke verkenning van de mogelijkheden van de danskunsten, een onvergetelijk verlangen naar karikaliteit, een verlangen naar de exploratie.
