In de stuiptrekkingen van passie bevindt een jongeman zich in een precaire situatie. Hij is betrapt op inbraak, zijn enige uitweg ligt in de vorm van een fors lid. Met een gevoel van urgentie neemt hij het enorme gereedschap vast, zijn lippen er omheen gewikkeld in een wanhopige poging zijn vrijheid te krijgen. Zijn meester, een man met gezag, kijkt toe hoe de jongeman hem bedient, zijn elke beweging nauwkeurig bekeken. De kamer, ooit gevuld met spanning, weerklinkt nu met de geluiden van genot en pijn. De jongeman, verloren in de extase van het moment, vergeet zijn predicament en bezwijkt voor het genot van de hand. Zijn ontmoeting, tevreden met zijn prestaties, blijft hem duwen naar de meester, wordt de tweede plaats met intense echo's, steeds meer echo's en de tweede plaats van de misdaad, de jongeman is nu tevreden, met de harde, passievolle geluiden en de harde geluiden van de jonge man.