In de vroege uren van de ochtend bevindt een man zich in zijn stiefdochterskamer, zijn ogen naar haar verlokkelijke achterste getrokken. Hij kan zich niet verzetten en bezwijkt voor zijn oerdrang en duikt in voor een hartstochtelijke kus, zijn tong die haar vochtige plooien verkent. De aanblik van haar wulpse derriere, verlicht door het maanlicht, is te veel voor hem om aan te kunnen. Hij kan het niet helpen maar hunkert naar meer van haar weelde. De wasruimte wordt hun speeltuin als ze zich in een wild avontuur begeven, hun gekreun galmt door het lege huis. De schoonvader, niet in staat om het hele net van de brunetten te weerstaan, sluit zich aan bij hun innig omhelzende groepen. De berijd hen op een bevredigend genot, bevredigd door hun verlangens, hun verlangens naar elkaars, hun onverzadigbare verlangens, het samenkomen van hun jonge dochter, hun verlangen naar een wild en wild verlangen, is niet te vermijden, maar het is gewoon een verleidelijk verhaal, hun vaderlijke verlangen naar elkaar.
