In een klein, afgelegen dorp is Wendynicolles, een bloedmooie langharige Latina met een enorme, onweerstaanbare kont, bezeten door een demon. De lokale geestelijkheid, geleid door een jonge, vurige priester, is vastbesloten om een exorcisme uit te voeren om haar te bevrijden van de kwaadaardige geest. Het ritueel ontvouwt zich, en de priester, gedreven door zijn geloof en verlangen, houdt zich bezig met passioneel vrijen met de bezeten vrouw. Zijn kloppende lid dringt door in haar strakke, uitnodigende kont, de kracht van vleselijk genot bezweren. Deze zelfgemaakte, ruwe beelden leggen de ontmoeting vast tussen de priester en de Wenikkels, waarbij hun oerkhalzende krachten en bovennatuurlijke krachten worden getoond. Het instinct van het spelen is een bezwerende scène, de verbanning van het bovennatuurlijke lichaam van Wenick, het vrijlaten van het bezit van de onbewerkelijke kracht van haar bovennatuurlijke verlangen, het vrijmaken van de menselijke kracht en het onberispelijke verlangen naar de rauwe natuur.