In een garage wordt een onderdanige roodharige vastgebonden en gekneveld, zich overgevend aan de macht van de overheersing. De dominante figuur, een meester in bondage, geniet van het opzoeken van grenzen, zijn sadistische neigingen volledig tentoongesteld. De onderdanige, gewillig gevangen, kan alleen kronkelen in afwachting van de ruwe behandeling die komen gaat. De overheersende handen zwerven vrij rond, elke centimeter van het onderdanige lichaam verkennend, geen deel onaangeroerd latend. De onderdaan, ontdaan van alle autonomie, kan de intense sensaties alleen maar verdragen. Het tafereel ontvouwt zich met een mix van genot en pijn, de wazige lijnen tussen de twee onderdanigen. De ondergeschikten, voor onbekenden gestraft, voor onbekend links, de overtreding van de dominante genade, de dominante controle, die de dominante vorm van overgave en onderdanigheid beheerst. De onderdrukking die wordt doorgebracht in een diepe en bevredigende vorm van onderdanigheid, waarbij de onderdanige wereld zich overgeeft en zich overgeeft waar de ultieme vorm van overgevende wereld tevreden is.