Als ik terugkom van mijn werk, kan ik niet anders dan hunkeren naar de smaak van mijn bloedmooie vrouwtjes verrukkelijke nectar. Ik haast me naar haar, met mijn tong gretig in haar zoete oase duikend. De verwachting bouwt zich op terwijl ik van elke druppel geniet, mijn tong dansend over haar vochtige plooien. De aanblik van haar kronkelende van genot voedt alleen mijn verlangen, drijft me verder om te verkennen. Ik duik dieper, proef elke centimeter van haar, laat geen deel onverkend. De smaak van haar, het gevoel van haar onder mijn tong, zijn bedwelmende mengsel dat me naar meer verlaat. Ik neem mijn tijd, geniet van elk moment, van elk moment en elke siddering die door haar smaak heen trekt. De smaak, de zoetheid van haar, verzadigt de smaak van haar zoetigheid, verzaligt nog een ander jaar, vervult me altijd met een andere smaak.