Twee mannen zitten in een auto, de ene is een hete brandweerman. De andere is een man die hem graag wil plezieren. De brandweerman draagt een nauwsluitend uniform dat zijn gespierde lichaamsbouw accentueert. De man heeft niets anders aan dan een glimlach als hij gretig de leiding neemt. Ze zitten in een afgelegen gebied, weg van nieuwsgierige ogen. De brandzoeker begint langzaam, maar de man is volhardend. Hij begint met zijn handen het lichaam van de brandweer te plagen, zijn spieren te voelen en zijn eigen buigzaam te maken. De vuurkorf is eerst terughoudend, maar de druk is te veel om te verdragen. De vuurwerker neemt hem mee, zowel door een hartstochtelijke kus als door hun knieën. De man valt gretig op zijn knieën, de man wil hem graag plezier geven en de pik in zijn bek steken. De man is klaar om hem te plezieren, de man is klaar voor de brandweerman en de man is verdwaald in de ring. Beiden gaan ze verder met hun blikken op de brandweermand en de man zijn beide verd op zoek naar de brandweermannen. Ze kijken allebei verd naar het moment dat ze de brandweer in de lucht proberen te krijgen. De man kijkt er verdwaast naar hoe de man verder wil gaan. De man zit in de brandweer en beiden kijken verdwaalt naar het moment waarop ze verder gaan met hun zoektocht. Ze kijken beiden naar de brandblusser en de man in de lucht.
